maandag 23 september 2013

Een beetje bouwfysica: vocht

Iedereen heeft weleens gehoord van koudebruggen, vochtige kelders, schimmels & condensatie. Het mooie van het tijdperk waarin we leven is dat je (haast) alles kunt opzoeken. Dat heb ik ook voor dit onderwerp gedaan. De link naar wat laat ik zeggen in de normale mensenwereld over de rol van vocht voor waar wordt aangenomen vind je hier.
Mocht je geïnteresseerd zijn om het allemaal eens rustig na te lezen....

Dat is één kant van het verhaal, die er op neer komt dat je het vocht wat een gebouw binnenkomt, met name door de gebruikers, moet afvoeren. Door 4 personen wordt globaal een flinke emmer water per dag in een huis aangevoerd. Die aanvoer vindt plaats in de vorm van waterdamp. Je kunt niet die emmer dagelijks buiten gaan legen en er moet daarom iets verzonnen worden om te zorgen dat die dagelijks binnen leeggegooide emmer geen aanleiding tot natte voeten geeft. Overdrachtelijk gesproken, want het probleem van dat vocht zit hem uiteraard in een onprettig/ongezond  binnenklimaat en de nefaste gevolgen dat te veel vocht voor de constructie kan hebben.
Om een idee te geven hoeveel je moet ventileren even wat rekenwerk. Stel: om die ongeveer 12 l water per dag met ventilatielucht af te voeren heb je, als voorbeeld nemen we een koude vrij "droge"winterdag met een buitentemperatuur van 5°C en een rel. luchtvochtigheid van 50%, binnentemperatuur 20°C , per m3 lucht heb je dan een vochtopnamecapaciteit  bij een binnen luchtvochtigheid van maximaal 70% van 8g. Dus voor die volle emmer heb je ongeveer 12 * 125 = 3000 m3 nodig. Per dag, bij een temperatuurverschil van 15°C, vrij droge buitenlucht en een nogal hoge luchtvochtigheid binnen.

Dauwpunt

Het gevolg van die hoge luchtvochtigheid binnen is dat zodra er zich binnenlucht via de schil van het gebouw naar buiten kan verplaatsen (diffusie) er een moment komt dat deze lucht afkoelt en condenseert. In ons voorbeeld met een luchttemperatuur van 20°C, rel. luchtvochtigheid van 70% zal dit gebeuren bij een temperatuur van ongeveer 13°C, het zgn. dauwpunt.
Dat dauwpunt bevindt zich ergens in die schil, en er zal zich daar dus water vormen wat zich kan ophopen in de constructie met alle gevolgen van dien ('s zomers verloopt het in theorie omgekeerd, maar dan wordt het te complex).

In de traditionele bouw wordt dit condensatievocht afgevoerd via een geventileerde spouw (bij de muren) of ventilatie onder de dakbedekking (bij dakpannen gaat dit vanzelf). En naarmate een gebouw meer tocht, ventileert het beter en heb je minder water af te voeren.
Verder worden bij niet ventilerende dakbedekking (bitumen, plat dak) maatregelen genomen om de binnenlucht niet uit te laten treden, te ventileren boven de isolatie en tegenwoordig vrijwel altijd: isoleren aan de buitenkant. Dan blijft de constructie warm en zal het dauwpunt buiten liggen boven de dakbedekking. Maar die is waterdicht...

Dit alles in Nederland/België. In Spanje is men nauwelijks met dergelijke fenomenen bekend. De gemiddelde luchtvochtigheid is veel langer veel lager waardoor eventueel condensatievocht meer kans heeft weer door nieuwe lucht meegenomen te worden.
Daarom kent men wel begrippen als "koudebrug", d.i. een relatief slecht geïsoleerd onderdeel van een constructie waardoor dit snel aanleiding tot condensatie geeft, maar de gevolgen zijn hier meestal zo gering dat je ze letterlijk nooit te zien krijgt.

Ademende gebouwen

Ik heb eens een huis gebouwd voor een klant, begeesterd met de ecologische/biologische bouwgedachte, die op een gegeven ogenblik riep -we waren de massieve oude natuurstenen buitenmuren aan het voegen met een "dampopen" mortel, waarvan ik bij een 60cm dikke muur het nut in twijfel trok- "Ja maar, een gebouw moet ademen." en ik, nooit te beroerd voor een bijdehante vraag: "Maar Marc, waarom dan?" "Omdat dat natuurlijk is, alles in de natuur ademt: mensen, dieren & planten." Dat is natuurlijk wel waar, hoewel bijvoorbeeld  stenen dan weer niet. Bij het gebruik van dat soort lemma's -biologische bouwers hebben er véél last van- worden er naar mijn smaak dingen door elkaar gehaald. Wat er bijvoorbeeld toe leidt dat je diametraal tegengestelde redeneringen kunt vinden over waar binnen een gebouwschil de isolatie en de dampremmende of juist dampopen lagen moeten komen. (Voor de echte liefhebbers, Vlaamse kennissen van mij hebben een mooi lexicon  © eurabo gemaakt.) En dat kan volgens mij niet kloppen. Het blijft gewoon bouwfysica. Een gebouw is geen levend organisme, dus het is geen bouwbiologie.


Voorlopige conclusie: Het stro en het vocht

Dan kan ik het wel allemaal mooi proberen op te schrijven, de vraag waar het om draait is: "Wat gebeurt er met het vocht in die stroboog van jou?"
Ook hier ben ik niet de eerste die deze vraag stelt. In Den  Ham is een kettingboog neergezet:
De constructie bestaat uit zelfdragende strobalen die in een boog geplaatst zijn. Alhoewel dit gebouw volgens de regels van strobalen bouw niet op deze manier gebouwd zou kunnen worden in verband met vochtproblemen in de strobalen, heeft de eigenaar toch gekozen voor deze bijzondere bouwwijze. De praktijk zal leren hoe het vochtgehalte in de strobalen zich zal houden.© www.strobouw..nl

[1.Het bijzondere van het commentaar hier is dat het principe van de potentiële vochtophoping in de constructie, geclaimd wordt als "regel van de strobalenbouw".....
2. Het huis werd bezocht door een excursie geörganiseerd door Strobouw Nederland. In het verslag wordt gesproken van een halve ellips.....wij weten inmiddels beter!
3. Op het fotootje rechtsboven verschijnt een spantconstructie. Ik lees in het verslag dat de hulpconstructie te vroeg was wegghaald waardoor er problemen ontstonden, o.m. door inklinken....en dat is precies
4. de reden dat ik trapeziumvormige balen wil gaan maken en daarom een cirkel(segment) en geen kettingboog .......]

Ik ga wel dezelfde weg als de eigenaar van dit huis, dat wil zeggen een waterdichte afsluiting aan de buitenkant en een dampopen binnenafwerking. Om twee redenen. De vochtproductie in het vakantiehuis wat ik ga bouwen zal vele malen minder zijn dan in een permanent gebruikt huis. Bovendien zal het gebruik vooral in de warme maanden plaatsvinden op een plek die bovendien een gemiddelde luchtvochtigheid kent die vele malen gunstiger is dan die in Nederland. Hierdoor zal, zo vermoed & hoop ik, het vochtgehalte in mijn stroboog niet noemenswaard variëren en derhalve geen problemen opleveren.







Geen opmerkingen:

Een reactie posten